PDF Opties

Ontwikkeling en toelichting verloop vrije ruimte 2022-2025

Gemeente Purmerend (bedragen x € 1.000)

2022

2023

2024

2025

I/S

PRG

Vertrekpunt Kadernota 2022

63

1.601

1.587

122

A

Reeds besloten raadsbesluiten

1

Plan van aanpak visie Midden- en Zuidoostbeemster (incl. gemeentehuis)

78

78

78

63

S

7

2

Begroting Veiligheidsregio (VrZw)

-77

-91

-105

-119

S

8

Subtotaal A: reeds besloten raadsbesluiten

1

-13

-27

-56

B

Onvermijdelijke ontwikkelingen:

1

Groen onderhoud: areaaluitbreiding Purmer Noord/Zuid

-58

-58

-58

-58

S

6

2

Oprichting transitiefonds ROM/MRA

-5

-10

-15

-21

S

9

3

Uitvoeringsagenda economische visie/Duurzaam uit de crisis

-299

pm

pm

pm

I

9

4

Ontwikkelingen Gemeentefonds

5.315

1.172

-732

2.564

S

AD

5

Actualisatie kapitaallasten, renteomslag, loon/prijs (incl. sociaal domein) en opbrengst OZB

210

446

-468

-1.524

S

AD

6

Overige ontwikkelingen

-42

-

-

-

I

Div.

Subtotaal B: onvermijdelijke ontwikkelingen

5.122

1.550

-1.273

962

Resultaat programmabegroting 2022, inclusief incidentele baten en lasten

5.186

3.139

287

1.028

Toelichting

A. Reeds besloten raadsbesluiten

1. Plan van Aanpak uitvoering dorpsontwikkelingsvisie Middenbeemster en Zuidoostbeemster

In 2020 is voor Middenbeemster en Zuidoostbeemster een dorpsontwikkelingsvisie vastgesteld, waar voor uitvoering een vervolgaanpak benodigd is. Omdat de raad van Beemster geen voorstander was van één ontwikkelstrategie voor beide kernen is op 30 maart 2021 een initiatiefvoorstel ingediend om alsnog te komen tot separate voorbereiding en uitvoering van de eerder vastgestelde dorpsontwikkelingsvisies. Hiertoe is in mei 2021 een Plan van Aanpak (PvA) voor Middenbeemster en Zuidoostbeemster opgesteld in twee separate voorstellen (besluit 1546263/64), waarmee nadere stappen ter voorbereiding op uitvoering kunnen worden gezet. Hiermee wordt op integrale wijze nader onderzocht hoe de dorpsontwikkelingsvisie uitgevoerd kan worden en wordt (uiteindelijk) uitsluitsel gegeven over de vraag hoe de ruimtelijke, infrastructurele, programmatische en financiële effecten samenvallen. Na uitvoering kunnen met de resultaten van het PvA keuzes en prioriteiten aan de raad worden voorgesteld. Naast kennisname van het PvA, is er ook een tweetal kredieten beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van het Plan van Aanpak, te weten:

  • € 300.000 voor de uitvoering dorpsontwikkelingsvisie Middenbeemster (rentelast structureel € 3.000);

  • € 600.000 voor de uitvoering dorpsontwikkelingsvisie Zuidoostbeemster (rentelast structureel € 6.000).

Deze kosten zijn geactiveerd als immateriële vaste activa met het oog op toekomstige dekking vanuit gemeentelijke/gezamenlijke grondexploitatie of door kostenverhaal.

Verder is er een stellig voornemen uitgesproken voor het in ontwikkeling brengen voor woningbouw en/of voorzieningen van de gemeentehuislocatie in Middenbeemster en daartoe vanuit exploitatie de boekwaarde van het gemeentehuis per 31 december 2021 (boekwaarde € 1,5 miljoen) over te brengen naar de materiele vaste activa, gronden en terreinen, onderdeel gronden bestemd voor de gemeentelijke gebiedsontwikkeling en hierbij een voorziening als correctie op de boekwaarde te treffen van € 515.396 ten laste van de algemene reserve. Na 1 januari 2022 doet het geen dienst meer als gemeentehuis. Met het hanteren van een voorziening wordt alvast gereserveerd voor een eventueel tekort op de grondexploitatie en heeft deze locatie een identieke m²-waarde als de gehanteerde referentiegronden in Zuidoostbeemster. Mocht de grondexploitatie van de gemeentehuislocatie, inclusief deze kosten, uiteindelijk positief zijn, dan valt de voorziening bij besluitvorming weer vrij ten gunste van de algemene reserve. De jaarlijkse kapitaallasten (€ 87.000) van het gemeentehuis vallen hierdoor per 2022 vrij in de begrotingsruimte.

2. Begroting Veiligheidsregio (VrZw)

Uit de begroting van de VrZw blijkt dat de bijdrage is verhoogd door met name een aanpassing in de loon- en prijsontwikkeling (lpo). De begrotingsuitgangspunten in Purmerend gaan uit van een lpo van 2%, terwijl de VrZw hogere kosten laten zien door het hanteren van een gemiddelde lpo van 2,2%. Voor de begroting 2022 wordt conform de vaststelling van de zienswijze (besluit 1545650) een lpo aangehouden van 2,2%. Vanaf 2023 wordt rekening gehouden met een indexering van 1,5%.

B. Onvermijdelijke ontwikkelingen

1. Groen onderhoud: areaaluitbreiding Purmer-Noord/Zuid

Voor onderhoud groen (o.a. maaien, schoffelen, snoeien) hebben er areaaluitbreidingen plaatsgevonden. Dit betreft onderhoud gronden Baanstee, onder de materiele vast activa (en niet ten laste mag komen van de grondexploitatie) en extra groenonderhoud Purmer Noord-Zuid. De begroting moet daarvoor worden aangepast voor structureel € 57.600.

2. Oprichting transitiefonds Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM)

Purmerend is uitgenodigd tot deelname aan de in oprichting zijnde Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) voor de overheden in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en Noord-Holland Noord (NHN). De ROM MRA-NHN wordt vormgegeven als privaatrechtelijk construct met twee besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, te weten de ROM Regio bv en de ROM bv. De aandeelhouders worden gevormd door alle partijen die kapitaal beschikbaar stellen. Het stemrecht in de AVA spiegelt de kapitaalinbreng. Daarmee krijgen de aandeelhouders stemrecht naar rato van hun kapitaalinbreng. De doelstelling van ROM MRA-NHN is om, indien de markt hier onvoldoende in voorziet, bij te dragen aan het versterken van regionale economie en aan het realiseren van de transitieopgaven op energie en aan circulariteit en innovatief MKB. Daarnaast kan de ROM MRA-NHN bijdragen aan duurzaam herstel van de regionale economie.

De totale investering is gebaseerd op 1% van het begrotingstotaal 2019 (Beemster: € 18.084.000 en Purmerend: € 239.851.000) en bedraagt derhalve € 2.579.935. Deze deelneming wordt geclassificeerd als financiële vaste activa en gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Over deze deelneming wordt niet afgeschreven, maar alleen belast met een rentelast. Activering van deze middelen vindt pas plaats na instemming van de raad. Dit betekent dat de gemeente Purmerend als rechtspersoon deelneemt aan een nieuwe verbonden partij. De rentelast bedraagt 1% van de investering, die in 5 jaarlijkse tranches van 20% worden afgestort. De hiermee samenhangende rentelasten zijn opgenomen in de begroting 2022 en lopen als volgt op:

Jaar

Tranches

Rentelasten

2022

515.870

5.158

2023

515.870

10.316

2024

515.870

15.473

2025

515.870

20.631

2026

515.870

25.789

Totaal

2.579.350

3. Uitvoeringsagenda economische visie/Duurzaam uit de crisis

Eind maart 2021 is de economische visie voor Beemster en Purmerend vastgesteld. Deze visie is in samenwerking met ondernemers in beide gemeenten, onderwijs- en zorginstellingen maar ook met de Metropoolregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland opgesteld. Bij de vaststelling van de economische visie is aangegeven dat de financiën die nodig zijn voor de uitvoeringsagenda via een apart voorstel aan u worden aangeboden. Inmiddels is met dezelfde partijen de eerste uitvoeringsagenda voor 2021 en 2022 opgesteld, een agenda die uitgaat van de gezamenlijke ambities maar vooral van het samen bouwen aan de economie van morgen, na de coronacrisis. Eerder is in de begroting 2021 een bedrag van € 150.000 voor 2021-2023 opgenomen voor economische stimulering. Dit bedrag is bedoeld en wordt met name ingezet voor placebranding. Placebranding is een vervolg op stadspromotie. Voor de uitvoering van de acties uit de uitvoeringsagenda economische visie is voor 2022, naast het bedrag van € 150.000, een bedrag van € 298.500 nodig. Het bedrag van € 298.500 bevat twee componenten, te weten middelen voor het mogelijk maken van activiteiten (€ 215.500) en middelen om cofinanciering voor subsidies te verkrijgen (€ 83.000). Het college heeft er voor gekozen om alleen incidenteel voor 2022 extra budget op te nemen in de begroting. Voor de jaren 2022-2025 vindt nadere uitwerking plaats (de uitvoeringsagenda is t/m 2022) en daarom is een p.m.-post opgenomen.

4. Ontwikkelingen gemeentefonds

2022

2023

2024

2025

a. Uitwerking meicirculaire 2021

351

335

-691

3.127

b. Aanpassing herindelingsberekening fusie Purmerend-Beemster

-79

-88

-104

-230

c. Eerste berekening herverdeeleffect herijking

-

-1.000

-1.500

-1.500

d. Richtlijn (75%) structurele raming extra middelen jeugdzorg:

- Stelpost verwacht rijksbijdrage jeugdzorg o.b.v. nieuwe richtlijn (75%)

7.544

6.261

5.877

5.417

- Weghalen stelpost Kadernota 2022

-2.500

-2.500

-2.500

-2.500

- Weghalen stelpost oude nog onzekere jeugdmiddelen 2019

-

-1.835

-1.815

-1.749

Totaal ontwikkeling gemeentefonds

5.315

1.172

-732

2.564

a. Uitwerking meicirculaire 2021

Het algemene beeld voor de periode 2022-2025 is positief (m.u.v. 2024), waarbij ook rekening is gehouden met de bijstelling van lonen- en prijzen (lpo). De belangrijkste ontwikkelingen van de uitkering in de meicirculaire staan in het teken van:

  • Met ingang van 2022 is de bevriezing voor de normering van het gemeentefonds opgeheven. De accresontwikkeling in de jaren 2022-2024 pakken ongunstig uit; daarentegen laat 2025 een stijging zien.

  • De actualisering van de gemeentelijke aantallen stemt enigszins overeen met het neerwaartse effect uit deze circulaire van de landelijke aantallen inwoners, bijstandsontvangers, woonruimten, leerlingen, uitkeringsgerechtigden etc. De landelijke actualisering van de maatstaven zijn deels ook gebaseerd op de nieuwe bevolkingsprognose van het CBS (o.a. inwoners en jongeren). Naast het effect op de groei/daling in aantallen, zien we ook verschuivingen in de tijd ontstaan bij bijvoorbeeld woonruimten en inwoners. Doordat de landelijke daling op de maatstaven groter is dan gemeentelijk, geeft dit een positief effect.

  • In 2022 wordt voor de verdeling van de gelden voor de integratie-uitkering (IU) Voogdij 18+ overgestapt naar het nieuwe woonplaatsbeginsel, waardoor de bekostiging van het zorggebruik van 20.000 jeugdigen tussen gemeenten verschuift. Het woonplaatsbeginsel binnen de IU beschermd wonen is objectief verdeeld en zal in 2023 worden ingevoerd tezamen met de herverdeling van de algemene uitkering binnen het gemeentefonds.

  • Na aanleiding van de toeslagenaffaire zijn er een tweetal nieuwe taakmutaties opgenomen met als doel de gehele overheid transparanter en toegankelijker te maken: extra (structurele) middelen uitvoering Wet open overheid (ingaande 2022) en voor de aanpak discriminatie en bevorderen samenleven zijn er structurele gelden beschikbaar gesteld voor de versterking van de gemeentelijke anti-discriminatievoorziening (ADV). Daarnaast zijn er nog een aantal kleine taakmutaties beschikbaar gesteld, die niet nader worden toegelicht.

  • De inwerkingtreding van nieuwe Wet inburgering is met een half jaar uitgesteld naar 1 januari 2022. Hierdoor vervalt het reeds beschikbaar gestelde budget voor de uitvoeringskosten in 2021. Wel is er compensatie voor het uitstel en de zogenaamde ondertussengroep (dat zijn inburgeraars die nog inburgeringsplichtig zijn onder de Wet inburgering 2013). De bedragen worden naar verwachting vanaf 2022 als integratie-uitkering overgeheveld naar de algemene uitkering.

b t/m d. Overige ontwikkeling gemeentefonds

Na de meicirculaire 2021 hebben zich nog een aantal belangrijke ontwikkelingen voorgedaan:

  • De herindelingsberekening voor de fusie Purmerend-Beemster naar een nieuwe gemeente, pakt nadeliger uit. De reservering uit de Kadernota 2022 is hierdoor structureel opgehoogd naar € 1,76 miljoen in 2022 en loopt op naar € 2 miljoen in 2025.

  • Herverdelingseffect herijking gemeenten: in augustus 2021 is het nieuwe verdeelstelsel ingaande 2023 opnieuw door de fondsbeheerders (ministerie van BZK) berekend n.a.v. opmerkingen van de ROB en naar de stand van peiljaar 2019. Dit leidt voorlopig tot een nadelig herverdeeleffect. In de begroting is hiermee rekening gehouden door het opnemen van een stelpost van structureel € 1 miljoen voor 2023 en € 1,5 miljoen vanaf 2024.

  • Met het Rijk, IPO en VNG is afgesproken dat gemeenten in hun meerjarenraming voor de jaarschijven 2023 tot en met 2025 rekening mogen houden met 75% van de bedragen uit de Hervormingsagenda Jeugd. Deze richtlijn voor de extra structurele middelen jeugdzorg is in deze begroting verwerkt. Hiermee komen de reserveringen voor de te verwachte Rijkscompensatie voor jeugdmiddelen te vervallen (€ 2,5 miljoen structureel vanaf 2022 en € 1,8 miljoen vanaf 2023). Het restant is is toegevoegd aan de begrotingsruimte.

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het hoofdstuk Algemene dekkingsmiddelen.

5. Actualisatie kapitaallasten en renteomslag, loon/prijsontwikkeling en opbrengst onroerendezaakbelasting (OZB)

2022

2023

2024

2025

a. Actualisatie kapitaallasten en renteomslag

-110

193

-96

-184

b. Ontwikkeling loon/prijs (lpo) inclusief sociaal domein

335

288

-334

-1.424

c. Actualisatie opbrengst OZB

-16

-35

-37

84

Totaal

210

446

-468

-1.524

a. Actualisatie kapitaallasten en renteomslag

De kapitaallasten zijn aangepast als gevolg van nieuwe en bijgestelde investeringen alsmede geactualiseerde ramingen per jaarschijf (cashflows). In het investeringsoverzicht is een gedetailleerd overzicht opgenomen. Hierin zijn ook verwerkt: de kredieten uit de essentiële keuzes, onvermijdelijk (m.n. IHP onderwijs) en neutrale wijzigingen vanuit de Kadernota 2022. In de huidige situatie staan veel investeringen gepland, waarvan een deel over meerdere jaren wordt ‘meegenomen’. Dit voortduwen van investeringen zit thans met name bij beheerplannen en onderhoudsprojecten. Er zijn diverse grote projecten die meerdere jaren duren. In deze begroting is getracht de capaciteit en de uitvoering van de kredieten voor de komende periode goed in beeld te brengen om de afgesproken investeringen te realiseren. Hierdoor zijn de uitgaven realistischer begroot over de jaren 2022-2025. De renteomslag is verder verlaagd van 1,25% naar 1,00%. Hierdoor ontstaat een renteopbrengst, waarvan een deel terugvloeit naar de tarieven die de inwoners betalen. Ook is er een voordelig renteresultaat a.g.v. de gedaalde marktrente. Hierdoor kunnen wij tegen lage percentages herfinancieren waardoor het gemiddelde rentepercentage op de leningportefeuille verder daalt. Verder zijn er hogere rentekosten door een volume-effect op aan te trekken leningen als gevolg van een hogere investeringsvolume en een nadeel op de toegerekende rente aan grondexploitaties (van 1,60% naar 1,00%), gebaseerd op de werkelijke rente over het vreemd vermogen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het hoofdstuk Algemene dekkingsmiddelen. Samenvattend resulteert dit in een nadeel voor alle jaren, met uitzondering van een kleine plus in 2023.

b. Ontwikkeling loon/prijsontwikkeling

Voor loon- en prijsmutaties is bij het berekenen van het meerjarenbeeld rekening gehouden met het hoofdstuk Financiële kaders en uitgangspunten voor de begroting 2022. Hierbij is er voor jeugd en Wmo structureel 2% beschikbaar. Het effect in de jaarschijf 2025 was nog niet goed bepaald bij de Kadernota 2022. Dit resulteert in een voordeel voor de jaren 2022 en 2023 en een nadeel voor de jaren 2024-2025.

c. Actualisatie opbrengst Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Naast de belastingharmonisatie uit de Kadernota 2022, heeft er nog een herijking plaatsgevonden op de onderliggende gegevens: de ontwikkelingen in de woningbouwprognose en de inflatiecorrectie. De opbrengst OZB is hierop aangepast in de begroting.

6. Overige ontwikkelingen

a. Reserve collegevoornemens Beemster

In de Kadernota 2022 is rekening gehouden dat deze reserve in 2022 zou worden opgeheven. Hierbij is het restant ten gunste gebracht van het begrotingssaldo. In 2021 is er door de raad van Beemster nog een besluit genomen om voor verkeerskundige projecten een bedrag te onttrekken uit deze reserve. Hiermee komt de vrijval uit deze reserve in 2022 niet uit op € 86.566, maar op € 34.621. Het verschil van € 51.945 komt ten laste van de begrotingsruimte.

b. Actualisatie budget griffie

Het beschikbaar gestelde budget voor de griffie met betrekking tot de verkiezingen in 2021 is overgeheveld naar 2022. Tijdens de voorbereidingen is gebleken dat er voor de activiteiten in 2021 meer budget nodig zal zijn dan verwacht (en in 2022 minder). Het gaat om overheveling van een bedrag van € 10.000 van 2022 naar 2021 in programma 10 Bestuur en concern.