PDF Opties

Beleidsindicatoren

In deze bijlage treft u een vaste set aan beleidsindicatoren aan. De lijst is ook te raadplegen op www.waarstaatjegemeente.nl, onder producten onderdeel Besluit Begroting en Verantwoording. Op de website is het mogelijk om de indicatoren te vergelijken met een willekeurige andere gemeente, de provincie Noord-Holland, de gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners of heel Nederland. De getoonde beleidsindicatoren, in onderstaande overzicht, zijn dynamisch en zijn gedateerd 8 september 2021.

Op de website zijn geen gegevens voor de nieuwe gemeente weergegeven, daarom staan in het overzicht de cijfers van de gemeente Purmerend en Beemster naast elkaar weergegeven over de jaren 2018, 2019 en 2020.

Naast deze indicatoren zijn in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing de financiële indicatoren opgenomen.

Indicator

omschrijving

eenheid

2018

2019

2020

Purmerend

Beemster

Purmerend

Beemster

Purmerend

Beemster

Programma 2. Samenleving

Niet-sporters

Het percentage niet-wekelijkse sporters t.o.v. de bevolking van 19 jaar en ouder. Bevolking van 19 jaar en ouder dat niet minstens één keer per week aan sport doet.

%

n.n.b.

n.n.b.

Achterstand onder jeugd - Kinderen in uitkeringsgezin

Percentage kinderen tot 18 jaar die in een gezin leven dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. Bijstandshuishouden is een huishouden waarvan minimaal één lid een bijstandsuitkering ontvangt. Onder bijstand wordt hier uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) verstaan. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.

%

6,00%

3,00%

5,00%

2,00%

n.n.b.

n.n.b.

Jongeren met jeugdhulp

Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van alle jongeren tot 18 jaar. Jeugdhulp is de hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en/of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders.

% van alle jongeren tot 18 jaar

8,90%

6,40%

10,80%

8,30%

10,60%

8,60%

Jongeren met jeugdbescherming

Jongeren met jeugdbescherming betreft jongeren tot 18 jaar die op enig moment in de verslagperiode een maatregel door de rechter dwingend opgelegd hebben gekregen. Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Dat gebeurt als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan onder toezicht gesteld of onder voogdij geplaatst.

In uitzonderlijke gevallen wordt de hulp of zorg voortgezet tot de leeftijd van 23 jaar.

%

1,00%

1,00%

1,10%

1,00%

1,10%

1,00%

Jongeren met jeugdreclassering

Het percentage jongeren (12-23 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-23 jaar). Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 23 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of de officier van Justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart. De begeleiding kan doorlopen tot de jongere 23 jaar wordt.

%

0,30%

0,00%

0,30%

0,00%

0,20%

0,00%

Absoluut verzuim

Er wordt gesproken van absoluut verzuim als een leerplichtige en/of kwalificatieplichtige jongere niet op een school of instelling staat ingeschreven.

De periodeaanduiding '2019' staat voor schooljaar '2018/2019'.

per 1.000 leerlingen

1,5

-

2,6

4,2

n.n.b.

n.n.b.

Relatief verzuim

Er is sprake van relatief verzuim als een jongere wel op een school staat ingeschreven, maar gedurende een bepaalde tijd de lessen/praktijk verzuimt. Ook veelvuldig te laat komen kan hiertoe worden gerekend.

De periodeaanduiding '2019' staat voor schooljaar '2018/2019'.

per 1.000 leerlingen

44

35

57

29

n.n.b.

n.n.b.

Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers)

Het percentage van het totaal aantal leerlingen van het VO en MBO (12 - 23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat.

De periodeaanduiding "2019" staat voor schooljaar "2018/2019".

%

2,30%

1,30%

2,30%

1,90%

1,90%

1,10%

Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo

Aantal per 10.000 inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo-gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 327 deelnemende gemeen

per 10.000 inwoners

760

520

890

590

900

610

Banen

Onder een baan wordt een vervulde positie verstaan. Dit betreffen zowel fulltimers, parttimers als uitzendkrachten. De indicator betreft het aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar.

per 1.000 inwoners van 15-64 jaar

446,5

508,8

448,2

512,3

450,5

516,9

Netto arbeidsparticipatie

Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking.

%

67,90%

70,10%

68,60%

70,90%

67,80%

69,80%

Achterstand onder jeugd - Werkloze jongeren

Personen van 16 t/m 22 jaar die als werkzoekende staan ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf en tegelijkertijd geen baan hebben als werknemer volgens de Polisadministratie. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.

%

2,00%

-

2,00%

-

n.n.b.

n.n.b.

Personen met een bijstandsuitkering

Het aantal personen met een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014) en de Participatiewet (vanaf 2015). De uitkeringen (leefgeld) aan personen in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook de uitkeringen aan dak- en thuislozen zijn niet inbegrepen.

per 10.000 inwoners

337,2

131,9

316,8

128,8

443,4

189,2

Lopende re-integratievoorzieningen

Het aantal reintegratievoorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.

per 10.000 inwoners van 15-64 jaar

209,5

83,1

116,2

24,4

137,5

47,8

Programma 3. Wonen

Nieuw gebouwde woningen

Nieuw gebouwde woningen, exclusief overige toevoegingen, zoals transformaties.

per 1.000 woningen

9,4

24

18,5

23,1

11

4,7

Programma 4. Milieu

Omvang huishoudelijk restafval

Niet gescheiden ingezameld huishoudelijk afval.

kg per inwoner

207

229

226

221

n.n.b.

n.n.b.

Hernieuwbare elektriciteit

%

5,80%

4,70%

7,00%

5,40%

n.n.b.

n.n.b.

Programma 8. Veiligheid

Verwijzingen Halt

Het aantal verwijzingen Halt per 1.000 inwoners van 12 tot 18 jaar. Jongeren van 12 tot 18 jaar die een licht strafbaar vergrijp plegen, worden door de politie of leerplichtambtenaren naar Bureau Halt verwezen voor een passende Halt-straf. Zij krijgen leeropdrachten en er volgen gesprekken met de jongere en de ouders. Op deze manier kunnen jongeren rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met het Openbaar Ministerie.

per 1.000 jongeren

20

10

20

12

16

2

Misdrijven - Winkeldiefstallen

per 1.000 inwoners

1,9

0

1,4

0

n.n.b.

n.n.b.

Misdrijven - Geweldsmisdrijven

Het aantal geweldsmisdrijven. Voorbeelden van geweldsmisdrijven zijn seksuele misdrijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mishandeling, etc.).

per 1.000 inwoners

4,8

3,1

4,7

4,1

4,2

1,5

Misdrijven - Diefstallen uit woning

per 1.000 inwoners

2,3

6,3

1,7

3,6

n.n.b.

n.n.b.

Misdrijven - Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte)

Hieronder vallen brandstichting, alle vormen van vernieling en misdrijven tegen de openbare orde en het openbaar gezag. Voorbeelden van misdrijven tegen de openbare orde en tegen het openbaar gezag zijn opruiing, huis-, computer- en lokaalvredebreuk, deelneming aan een criminele of terroristische organisatie, openlijke geweldpleging, godslastering, discriminatie en het doen van een valse aangifte. Omdat het delict mensenhandel vaak onder dezelfde feitcode geregistreerd wordt als het delict mensensmokkel worden deze twee delicten samengeteld en weergegeven bij de gewelds- en seksuele misdrijven.

per 1.000 inwoners

5,4

3,1

5,5

5,6

5,8

3,5

Jongeren met een delict voor de rechter

Het percentage jongeren (12 t/m 21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.

%

0,01

-

0,01

-

n.n.b.

n.n.b.

Programma 9. Economie

Functiemenging

De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen.

%

43,30%

48,70%

43,20%

48,70%

43,30%

48,80%

Vestigingen (van bedrijven)

Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-65 jaar.

per 1.000 inw.15 t/m 64jr

108,6

177,9

111,8

175,3

121

183,3

Programma 10. Bestuur en Concern

Fte per 1.000 inwoners (formatie)

Fte per 1.000 inwoners (formatie)

per 1.000 inwoners

9,29

5,89

9,27

0,61

9,25

0,51

Fte per 1.000 inwoners (bezetting)

Fte per 1.000 inwoners (bezetting)

per 1.000 inwoners

8,54

3,45

8,84

0,4

9,04

0,37

Apparaatskosten per inwoner

Apparaatskosten per inwoner

per inwoner

832

608

831

622

875

651

Externe inhuur

% Externe inhuur van totale loonsom + totale kosten inhuur externen

kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen

17,94%

57,85%

16,68%

58,58%

14,93%

71,82%

Algemene dekkingsmiddelen

Gemiddelde WOZ waarde

De gemiddelde WOZ waarde van woningen.

x €1.000

209

323

235

362

260

388

Demografische druk

Het aantal personen van 0 tot 20 jaar én 65 jaar of ouder per honderd personen van 20 tot 65 jaar.

%

68,20%

75,70%

68,40%

75,00%

68,70%

75,90%

Gemeentelijke woonlasten éénpersoonshuishouden

Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten.

721

812

732

854

764

917

Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden

Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een meerpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten.

721

893

732

942

764

1012

Overhead

Overhead

% van totale lasten

8,58%

11,56%

8,71%

15,24%

8,25%

12,36%